Neurovegetatieve therapie

Jaar 3

Bindweefselmassage

Theorie en achtergronden van de bindweefselmassage. De student krijgt een goed inzicht in de segmentale samenhang en is in staat zelfstandig een behandeling met bindweefselmassage uit te voeren. De handgrepen moeten moeiteloos toegepast kunnen worden. In dit leerjaar leert men de specifieke reflexgebieden kennen en behandelen. Een behandelplan opstellen en behandelbare en haalbare doelen stellen. Aan het einde van dit leerjaar heeft de cursist voldoende inzicht om een behandeling te kunnen uitvoeren.

Praktijk  

  • Tasten, huidtechniek, het huidrollen, diepe techniek.
  • Fascie-techniek en ontstoringshandgrepen op de rug.
  • Bindweefselmassage aan de extremiteiten, hoofd en buik.

Theorie         

  • Theorie van het centrale en vegetatieve zenuwstelsel
  • Leren van de reflexgebieden.
  • Segmentale samenhang.
  • Integratie van de theorie in de praktijk.
  • Het kennen van de indicaties en de contra-indicaties

Kennis van de reflexzones bij bindweefselmassage 

Algemeen leerdoel

De student kan verbanden leggen tussen de verschillende reflexzones:

  • De huidzones
  • De spierzones
  • De zones van het periost

De student kan de reflexzones tasten en interpreteren zo dat de student de spanning kan waarnemen van de houd.

De student leert de volgende zones:

  • Fysieke zones
  • De functionele zones
  • De emotionele zones
  • De ik-zones.

Kennis van de reflexzones

Algemeen leerdoel

De student kan verbanden leggen tussen de verschillende reflexzones, de huidzones, de spierzones en de zones van het periost. De student kan de reflexzones tasten en interpreteren. De student leert de fysieke zones, de functionele zones, de emotionele zones en de ik-zones. De student herkent de reflexzones en het erbij behorende niveau. De student kan de reflexzones tasten en interpreteren.

Theorie

  • De student leert de verschillende reflexgebieden van de organen en het tractussysteem op het hoofd, de voeten en de rug.
  • De student krijgt inzicht in de voedselintolerantiezones.
  • De student leert de reflexzones van de organen.
  • De student leert de positie en de namen van de grote reflexzones.

Praktijk

  • De student kan de grote reflexzones op de rug (van medestudenten) tekenen.
  • De student weet waar de reflexzones zich bevinden op de rug, voeten en het hoofd.
  • De student oefent het tasten op de rug en kan de gevoelde en gesignaleerde reflexgebieden interpreteren.

Stress management

Theorie

  • De student beheerst de begrippen van stress-management.
  • De student weet de oorzaken van stress
  • De student weet de gevolgen van stress te benoemen
  • De student heeft kennis van de methodes van Schultz en Jacobsen
  • De student kan uitleg geven over het uitvoeren van de ontspanningsoefeningen volgens beide methodes.
  • De student weet de verschillen te benoemen tussen beide methodes.
  • De student weet hoe hij deze klacht(en) moet benaderen en behandelen.

Praktijk

  • De student ervaart en oefent de ontspanningstechniek volgens de methode van Schultz.
  • De student ervaart en oefent de ontspanningstechniek volgens de methode van Jacobsen.
  • De student kan de verschillende technieken inzetten bij een patiënt.

Kennis van de kleurenleer

Algemeen leerdoel

De student krijgt vanuit de kleurenleer inzicht in de kleuren en de effecten hiervan op de huid. De student is in staat om uitleg over de kleurenleer te geven. De student weet welke kleur te gebruiken op de reflexzones van hoofd, voeten en rug.

Theorie

  • De student leert de theorieën van Goethe en Newton:
  • De student kan de verschillen benoemen tussen beide theorieën.
  • De student leert hoe een prisma werkt
  • De student leert de opbouw van de kleurencirkel
  • De student leert welke kleuren te gebruiken op de reflexzones van hoofd, voeten en rug

Praktijk

  • Door het kijken door een prisma ziet de student de verschillen in het geleerde in de theorieën.
  • De student beheerst de techniek van het tekenen en schilderen van het kleurenverloop.
  • De student kan aangeven wat het effect is van een kleurbeleving op zijde via de huid.
  • De student leert de toepassing van de kleuren op het hoofd, de voeten en de rug.
  • Door het tasten van de huid bij een cliënt leert de student of een kleur correct of incorrect is aangebracht

Stage

  • Om inzicht te krijgen in de vele mogelijkheden van het behandelen zijn er stage dagen. Dit betreft 6 dagen per jaar. (40) uur. Er bestaat de mogelijkheid dit te verdelen in uren of dagdelen op verschillende dagen door het jaar.
  • Het meewerken op beurzen wordt meegerekend bij de stage.

Antroposofie

Leerdoel algemeen

De student krijgt vanuit antroposofisch gezichtspunt inzicht in de diverse geledingen, de wezensdelen en de ik ontwikkeling. Het etherlichaam krijgt hierin bijzondere aandacht. Aan de hand van de gegeven theorie is de student in staat om de antroposofische inzichten te benoemen en toe te passen in casussen.

Antroposofische kennis

  • De student heeft kennis van de driegeleding, de viergeleding en het etherlichaam en kan deze mondeling en schriftelijk beschrijven.
  • De student heeft inzicht in de verschillende antroposofische massages en de werking op het menselijk lichaam. De student kan de werking van de verschillende massages schriftelijk en mondeling uitleggen.

Antroposofische massage                                           

  • Gebaseerd op het etherlichaam en het meridiaan verloop.
  • Het leren uitvoeren van deze zuigende massage i.p.v. een klassieke drukkende massage.
  • Het leren van het begrip ‘invoelen’.
  • Het leren van een rug-, nek-, arm-, been- en voetmassage.
  • Het leren maken van lemniscaten, warmtekringen en knedingen.
  • Het leren van een incarnerende massage, een opbouwmassage en het leren masseren volgens de vijfster.

Praktijk behandeling

  • De student leert de opbouw van een massage.
  • De student leert de verschillende handgrepen om de massage uit te voeren.
  • De student is in staat een juiste afweging te maken tussen de verschillende massage technieken.
  • De student kan beoordelen welke massage er toegepast moet worden bij een klacht.
  • De student is in staat een juiste afweging te maken tussen de verschillende massage technieken.

Diëtetiek/ Voedselovergevoeligheidstesten

  • Het testen van de voedselintoleranties en allergieën.

Algemeen leerdoel

De student is in staat om een gedegen uitleg te geven over voeding. Aan de hand van de geleerde techniek van het tasten en het testen van voedingsproducten op de patiënt kan er een gericht voedingsadvies gegeven worden en is de student in staat om en gezond voedingspatroon samen te stellen.

Theorie

  • De student beheerst de algemene begrippen t.a.v. diëtetiek en de algemene voedingsleer.
  • De student weet wat er bedoeld wordt met gezonde en ongezonde voeding.
  • De student kan uitleg geven over het uitvoeren van een voedingstest.
  • De student kan het verschil uitleggen tussen overgevoeligheid en allergie.
  • De student kan uitleggen welke producten er op ´de schijf van vijf ´ staan en tot welke categorie ze behoren.

Praktijk

  • De student beheerst de techniek van het tasten.
  • De student leert de voedselovergevoeligheidstesten toe te passen.
  • De student leert een gezond voedingspatroon samen te stellen.
  • Door zelf te proeven, kan de student kennis maken met verschillende voedingsproducten.

Therapeutische Vorming- Methodisch handelen- praktijk en behandelingen

Algemeen leerdoel

De student kan een anamnese afnemen. De student kan door de inzet van gesprekstechnieken een gericht, afgebakend gesprek met de cliënt aangaan. De student is daarbij zelfbewust, integer en neemt zijn eigen houding in acht. De student kan van de afgenomen anamnese een verslag opstellen.

Theorie

  • De student leert een anamnese af te nemen
  • De student leert gesprekstechnieken en krijgt inzicht in het stellen van vragen
  • De student leert een behandelplan te maken met betrekking tot de verschillende massage methodes.

Een zelfreflexie schijven over het eerste leerjaar

Praktijk

  • De student kan een anamnese afnemen met een cliënt en oefent in de klas
  • De student stelt open vragen en is in staat het gesprek goed af te bakenen
  • De student geeft blijk van klachtgericht werken
  • De student stelt een behandelplan op.

Stage

  • Om inzicht te krijgen in de vele mogelijkheden van het behandelen zijn er stage dagen. Dit betreft 6 dagen per jaar. (40) uur. Er bestaat de mogelijkheid dit te verdelen in uren of dagdelen op verschillende dagen door het jaar.

Beurzen

  • Het meewerken op beurzen wordt meegerekend bij de stage.

Eindscriptie

De scriptie moet aan de volgende onderwerpen voldoen

  • Uitwerking van de spieren hoe deze werken
  • De uit werking van de bindweefselmassage op de spieren en huid
  • de kleurenleer
  • beschrijving van de geleerde reflexzones wat deze inhouden

Reflexie verslag

Een eigen reflexie schrijven over hoe jij zelf het eerste jaar hebt ervaren en de ontwikkelen hierin

Behandel verslagen

De student dient minimaal 6 behandelverslagen in te leveren.